“Als je kinderen met opgroeiproblemen wil ondersteunen, moet je breder gaan kijken.”
De opleiding tot Orthopedagoog-generalist Zuid- en Oost-Nederland, een samenwerking van RINO Zuid en Radboud Centrum Sociale Wetenschappen, leidt professionals op die – vanuit een brede visie – optimale zorg kunnen bieden voor het individu en zijn omgeving. Gezien de huidige problemen in de complexe jeugdzorg zijn deze zorgprofessionals meer nodig dan ooit. Hoofdopleider, bijzonder hoogleraar ‘Effectiviteit en Professionalisering van de Jeugdzorg’ aan de Radboud Universiteit en bijzonder hoogleraar bij de werkplaats Jeugd van Tranzo prof. dr. Ron Scholte: 'De orthopedagoog-generalist heeft teamspelervaardigheden nodig: hoe ben jij in staat om een goede band met je cliënt en mede-professionals op te bouwen?'
“Met de postacademische opleiding tot Orthopedagoog-Generalist wil ik een professional opleiden die optimale zorg kan bieden voor het individu en zijn omgeving en met een brede visie over schotten heen kan kijken”, stelt u. Waarom is die brede visie juist vandaag de dag zo belangrijk?
Hoofdopleider prof. Dr. Ron Scholte: “We hebben een transformatie in de jeugdzorg meegemaakt. Het doel was dat de jeugdzorg beter georganiseerd en dichter bij huis zou zijn. Dat roept nadrukkelijk al iemand op die over schotten heen kan kijken. Soms hebben gezinnen te maken met meerdere problematieken, in dat geval heb je een regisseur nodig. Oftewel: iemand die een breder beeld heeft van de context waarin het kind, de jongere of het gezin zich bevindt. Concreet betekent dat dat iemand zowel op de verschillende levensdomeinen zou moeten kunnen werken – oog heeft voor zowel het onderwijs , de buurt als bijvoorbeeld de vrienden waar het kind mee omgaat. Maar ook interdisciplinair samen kan werken. Daarnaast: onze huidige zorgsysteem is zo georganiseerd dat onderwijs en zorg niet te scheiden zijn van elkaar. Als je kinderen of jongeren met opgroei- of opvoedproblemen wil ondersteunen, zul je breder moeten gaan kijken.”
En dat gaat nu nog niet goed genoeg?
“De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Kinderombudsman, de Nationale ombudsman, de Nederlandse Zorgautoriteit en de Raad voor Volksgezondheid concludeerden onlangs dat te veel kinderen en gezinnen die met complexe problemen kampen, te laat of niet worden geholpen. En heb je misschien Alicia [Masja Ooms, 2017, red.] gezien? De documentaire draait om tiener Alicia die, als ze één jaar oud is, uit huis wordt geplaatst. Via een pleeggezin komt ze op vijfjarige leeftijd terecht in een kindertehuis en als ze negen is zit ze daar nog steeds, in afwachting van plaatsing bij een nieuw gezin. Daarin zie je dat er misschien wel tien professionals aan tafel zitten, maar er is niemand die uit zijn specifieke rol durft te stappen en er boven durft te gaan staan. Wat we met de nieuwe opleiding willen, is dat er mensen komen die de 'connectorrol' op zich gaan nemen: de verbinder tussen domeinen van het leven en de kinderen, en de instellingen die daarop betrekking hebben.”
Waar moet zo’n 'connector' uiteindelijk aan voldoen?
“Ten eerste moet de orthopedagoog-generalist verstand hebben van de jeugdhulpverlening. Het moet een professional zijn die met kinderen, jongeren, het gezin en hun context aan de slag moet kunnen gaan. Hij of zij moet heel goede klinische orthopedagogische vaardigheden hebben. De wetenschappelijke kennis moet op orde zijn. Hij of zij moet kunnen kijken naar het eigen handelen, reflectief zijn en ‘data gestuurd’ kunnen handelen. Ons didactisch concept is vooruitstrevend. We willen veel meer uitnodigend zijn naar cursisten toe, en ze hun eigen expertise in laten brengen. We willen ook dat ze zich voortdurend afvragen: wat doe ik, hoe doe ik het en hoe kan ik mijzelf verbeteren? Maar de OG heeft ook teamspelervaardigheden nodig: hoe ben jij in staat om een goede band met je cliënt en mede-professionals op te bouwen? Wat zijn aandachtspunten? Wat zijn signalen dat het fout gaat? Die vaardigheden zijn ook echt iets waar we in de nieuwe opleiding intensief aandacht aan willen besteden. We hebben namelijk een veldwerkverkenning gedaan met alle stakeholders – oud-opleidelingen, orthopedagogen, psychologen, psychiaters, onderwijskundigen, zorgbestuurders, etc. – en zij zeiden allemaal: we hebben mensen nodig die de verbinding kunnen leggen.”
Hoe onderscheidt de OG zich wat dat betreft van de gz-psycholoog?
“De gz-psycholoog is veel meer met het individuele kind, met de individuele problematiek bezig. Vaak is er wel oog voor de gezinscontext, maar veel minder intensief dan het geval is bij de OG. Ik verwacht dat multiproblem gezinnen veel vaker door een OG begeleid zullen worden dan door een gz-psycholoog. De orthopedagogiek is een eigenstandige en unieke professie. Niet alleen met een eigen theoretisch kader maar ook met een eigen professionele inslag en werkzaamheden. Het domein heeft echt een toegevoegde waarde met eigen onderzoeksthema’s en domeinen.”
U bent zelf gespecialiseerd in de invloed van het gezin, leeftijdsgenoten en leerkrachten op het functioneren van het kind. Wat drijft u daarin?
“Waar ik in geïnteresseerd ben zijn sociale relaties. Er is in de praktijk een discussie gaande over hoe effectief onze zorg is. Die discussie speelt in de ggz, de medische wereld en ook in de jeugdzorg. Iets wat daarin altijd naar voren komt is: gaat het nu om de technieken, de professionele skills, of om andere zaken? Uit heel veel onderzoeken blijkt dat het óók gaat om de alliantie – de relatie tussen behandelaar en het gezin of het kind. Dat is de parallel die ik trek tussen de OG en mijn eigen onderzoeksdomein. Als het gaat over mensen die met elkaar omgaan en een bepaald doel hebben, zoals leerkracht en leerling of ouders en kinderen, spelen daar namelijk dezelfde processen. Een bepaalde ‘klik’ tussen de partijen draagt bij aan het optimaliseren van het functioneren van het kind of de jongere.”
Is de OG een cruciaal beroep?
‘Zeker. Juist nu. Vanuit mijn achtergrond als hoogleraar ben ik betrokken bij een aantal academische samenwerkingsverbanden met veel verschillende instellingen. We doen fantastisch onderzoek en ik zie heel veel praktijkvoorbeelden waarin echt aan de slag wordt gegaan met de nieuwste ontwikkelingen. Nederland biedt al hele goede zorg, heeft goede opleidingen, prachtig wetenschappelijk onderzoek doet. Maar we zijn én blijven constant in beweging om onszelf te verbeteren.
Prof. dr. R.H.J. (Ron) Scholte is hoofdopleider van de opleiding tot Orthopedagoog-Generalist. Hij is Bijzonder hoogleraar Effectiviteit en Professionalisering van de Jeugdzorg aan de Radboud Universiteit Behavioural Science Institute en Orthopedagogiek: Gezin en Gedrag. Daarnaast is hij directeur Praktikon en Hoogleraar bij Tranzo, Tilburg Universiteit.
Over onze opleiding OG-ZON
RadboudCSW en RINO Zuid bieden deze duale, competentiegerichte opleiding gezamenlijk aan onder de naam Orthopedagoog-Generalist Zuid- en Oost-Nederland (OG ZON). We hebben als collega-opleiders de handen ineen geslagen om een opleiding te bieden die nu hard nodig is. Met een modern generalistisch programma, state-of-art didactische opzet en veel keuzemogelijkheden. De opleiding:
- is in co-creatie ontworpen met de praktijk: praktijkinstellingen en ervaringsdeskundigen praten mee over het onderwijsprogramma en ontwerp van de opleiding;
- wordt uitgevoerd in de praktijk in de breedste zin: deelnemers worden uitgedaagd om projecten uit te voeren in de diverse domeinen waar de OG’er werkzaam is;
- koppelt wetenschap aan de praktijk en leidt op tot scientist practitioners.
Meer informatie over de opleiding vind je hier.
Aanmelden opleidingsplaatsen Nijmegen
Bent u als instelling erkend om op te leiden tot OG? Dan kun je opleidingsplaatsen voor 2023 maar er is ook nog plek in 2022 op onze locaties in Nijmegen en Eindhoven. Heeft u of uw instelling interesse om op te gaan leiden voor OG? Neem dan contact op met opleidingscoördinator Annelies Jekel, annelies.jekel@ru.nl.
Privacy Statement
De OGZON website maakt geen gebruik van privacy gevoelige cookies.